In zijn Publieksverslag 2020 presenteert de Raad voor Accreditatie (RvA) een vernieuwde missie en visie. Benieuwd naar wat er is veranderd, heb ik de oude visie en missie, die nog op de website staan, ernaast gelegd. De meest toetsbare passage daarin is: “Als nationale accreditatie-instantie zorgt de RvA ervoor dat belanghebbende partijen een gerechtvaardigd vertrouwen kunnen hebben in alle onder zijn toezicht uitgegeven conformiteitverklaringen en beoordelingsrapporten”. Een vergelijkbare passage vinden we reeds in het RvA-jaarverslag 2010: “Accreditatie zorgt ervoor dat consumenten en bedrijven kunnen vertrouwen op de afgegeven keurmerken”. Hoewel de RvA in zijn Publieksverslag 2013 moest reflecteren op enkele rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) waarin geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingen bleken te falen, bleef het ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ als motto overeind tot en met 2020.
Van gerechtvaardigd naar verrijkt vertrouwen
In de nieuwe missie en visie is de meest toetsbare passage: “Burgers en bedrijven willen kunnen vertrouwen op de kwaliteit van producten en diensten. Met accreditatie verrijken wij dat vertrouwen”. Kort gezegd is de RvA overgegaan van ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ naar ‘verrijkt vertrouwen’, en dat lijkt me geen verbetering.
Aan de ene kant is het realistisch om niet al teveel garanties te geven, want je hebt als RvA niet alle geaccrediteerde instellingen aan een touwtje, en dan is gerechtvaardigd vertrouwen mogelijk te pretentieus. Aan de andere kant is verrijkt vertrouwen nietszeggend en vrijblijvend. De enige andere passage met een spoor van ambitie in de nieuwe missie en visie is: “bijdragen aan een duurzame en goed functionerende internationale samenleving”, maar bijdragen is van hetzelfde allooi als verrijken.
Wat dan wel?
De taken van de RvA als nationale accreditatie-instantie staan in artikel 8 van de Europese Verordening nr. 765/2008. Overweging 9 in de preambule van deze verordening kan worden opgevat als missie: “De bijzondere waarde van accreditatie bestaat erin dat hierbij een gezaghebbende verklaring wordt afgegeven over de technische bekwaamheid van instanties die overeenstemming met de toepasselijke eisen moeten waarborgen”. Het is niet wenselijk dat de RvA aan deze opdracht een eigen invulling geeft, zeker niet als het ambitieniveau daardoor daalt. Of de RvA gezaghebbend is, zoals de EU-verordening vraagt, lijkt me belangrijker dan de vraag of de RvA ons vertrouwen verrijkt.
Over missies en visies
Missies en visies zijn ooit bedacht voor bedrijven die uit zijn op winst en groei, maar daar niet goed voor durven uit te komen. Ook ambtelijke organisaties die niet met hun tijd zijn meegegaan kunnen opknappen van een discussie over hun bestaansrecht. Maar een organisatie met zo’n duidelijke opdracht als de Raad voor Accreditatie kan volstaan met het doorlopen van de pdca-cirkel: vertaal de taken in de EU-verordening naar interne doelen en processen, volg hoe het daarmee gaat, en koppel de bevindingen terug naar het beleid. Voeg daarbij een periodiek onderzoek naar het gezag dat de RvA geniet onder belanghebbenden, en de missie en visie kunnen bij het oud papier. Samen met de rapporten van de vierjaarlijkse peer-reviews door de Europese zusterorganisaties, geven de onderzoeken naar het gezag van de RvA stof genoeg voor een vruchtbare dialoog met belanghebbenden over hoe het gaat, en hoe het verder moet met de accreditatie in Nederland.
Willem van Weperen
juni 2021